HELPPFL
Health-economic evaluations of prevention policies in Flanders.
Het volksgezondheidsbeleid wordt steeds meer geconfronteerd met stijgende kosten voor de gezondheidszorg, beperkte budgetten en krimpende middelen. Gezondheidseconomische evaluaties kunnen, door de verwachte gezondheidswinst te vergelijken met de meerkost voor behandeling/preventie, duidelijk helpen maken welke potentiële investeringen gedaan kunnen worden om de gezondheid en het welzijn van de bevolking te optimaliseren binnen het beschikbare budget.
Het 'gezondheidseconomische evaluaties van preventieve gezondheidszorg' - project richt zich op de kosteneffectiviteit van verschillende preventieve strategieën in Vlaanderen (regio binnen België). Met behulp van zowel systematische literatuurreviews als beslissingsanalytische modelleringstechnieken zullen we onderzoeken welke specifieke preventiestrategieën het meest kosteneffectief zijn en prioriteit zouden moeten krijgen in de ontwikkeling van het gezondheidsbeleid. Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid en wordt uitgevoerd aan de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met de Universiteit Gent en de Katholieke Universiteit Leuven.
Contactpersonen van het project: Max Lelie & Bo Vandenbulcke
SmartQI
Het hoofddoel van het project “Societal Benefit of Markerless Stereotactic Body Radiotherapy: a Statistical Support based on Quantitative Imaging” (SmartQi) is het verbeteren van de efficiëntie van geavanceerde radiotherapeutische technieken en het vergroten van de toegang van patiënten tot state-of-the-art radiotherapie. SmartQi faciliteert samenwerking tussen verschillende onderzoeksdomeinen, zoals radiotherapie, radiologie, biostatistiek en gezondheidseconomie.
Contactpersonen binnen het project: Eva Kimpe & Sara-Lise Busschaert
HeaRTWise
Het HeaRTWise-project (Health Economic Analysis of Return To Work and societal cost of cardiovascular diseases) is gericht op het verbeteren van patiëntspecifieke prognoses voor beroepsuitkomsten na hart- en vaatziekten (HVZ).
Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd de belangrijkste oorzaken van sterfte en invaliditeit, en terugkeer naar werk (RTW) is een cruciaal revalidatiedoel om de last van hart- en vaatziekten en de bijbehorende kosten te verminderen. Om voorspellers van RTW te identificeren, worden ML-technieken (machine learning) toegepast op gelinkte administratieve gegevens op patiëntniveau betreffende gezondheids-, beroeps- en sociodemografische kenmerken. Het HeaRTWise project introduceert een Bayesiaanse uitbreiding van ML-technieken die ook gegevens van kleinere subsets van de populatie integreert, waardoor een robuuste methode ontstaat voor de ontwikkeling van een voorspellingsmodel. Deze innovatieve aanpak biedt een unieke kans om de nauwkeurigheid van voorspellingsmodellen voor RTW te verbeteren, wat duidelijke aanknopingspunten kan bieden bij het verbeteren van revalidatieplannen voor overlevenden van HVZ en kan leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen betreffende productiviteitsverlies.
Contactpersoon van het project: Ellen Tisseghem
HEALTH PFAS
Health Economic Analysis and Long Term impact on Humans of PFAS, a Flemish Assessment Study
De afgelopen jaren is veel onderzoek verricht naar de gezondheidseffecten van PFAS-vervuiling. Ons onderzoek heeft tot doel de gezondheidsimpact door PFAS in Vlaanderen in kaart te brengen en de directe en indirecte kosten die deze schade met zich meebrengt te berekenen.
Het onderzoek bestaat uit drie luiken, waarbij I-CHER het tweede luik voor zich neemt. Ten eerste wordt een risicobeoordeling opgemaakt rond het milieugezondheidskundig aandachtsgebied (MGAG). Aan de hand van dosis-effect relaties wordt een risicobeoordeling gemaakt voor een aantal vooraf bepaalde gezondheidseindpunten. In het tweede luik wordt een kostenstudie en budget impact assessment opgemaakt. Tot slot wordt een juridische analyse uitgevoerd naar terugbetaalbare alternatieven.
Contactpersoon voor het project: Zoë Vandamme
REBRAIN
Het REBRAIN project heeft als doel accurate voorspellingen te doen over de kans op verschillende arbeidsuitkomsten, één jaar na een traumatisch hersenletsel (Traumatic Brain Injury = TBI). Aangezien prospectieve dataverzameling zeer arbeidsintensief is, moet worden nagegaan of routinematig verzamelde gegevens kunnen worden gebruikt voor het maken van gepersonaliseerde voorspellingen. Dit project past recente data science technieken toe om een voorspellingsmodel te creëren met behulp van op individueel gekoppelde big data over ziekenhuisverblijf, zorggebruik en werkgelegenheid. Extra dataverzameling met een uitgebreide itemset maakt het mogelijk de toegevoegde waarde van prospectieve gegevens te evalueren ten opzichte van routinematig verzamelde gegevens. De voorspellingen die uit dit onderzoek naar voren komen, kunnen worden toegepast om patiënten, maar ook clinici en beleidsmakers te informeren over hoe de huidige praktijken met betrekking tot werkhervatting na TBI kunnen worden geoptimaliseerd. REBRAIN wordt gefinancierd door de Vlaamse Stichting voor Onderzoek (FWO) en het Fonds BENEVERMEDEX (beheerd door de Koning Boudewijnstichting).
Contactpersoon binnen dit project: Helena Van Deynse
BRILIANT
Het BRILIANT project maakt gebruik van een set van administratieve big data om het probleem van de steekproefgrootte, dat het gebrek aan onderzoek naar pediatrisch traumatisch hersenletsel veroorzaakt, op te lossen. Daarbij kan onverklaarde variabiliteit in zorgtrajecten worden aangepakt om zo de kwaliteit van zorg voor deze populatie te verbeteren. Dit project beschrijft de populatie van kinderen met hersenletsel aan de hand van epidemiologische gegevens. BRILIANT beoogt zorgtrajecten vast te leggen in statistische modellen en deze te voorspellen op basis van patiënt- en letselkenmerken. Verder maakt het gebruik van een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden om modificeerbare barrières en facilitatoren voor toegang tot adequate zorgdiensten te identificeren. Zo kunnen actiepunten voor de beoordeling en verbetering van de kwaliteit van de zorg binnen het gezondheidsbeleid worden geïdentificeerd. BRILIANT geniet de financiële steun van het Fonds Jeanne & Alice Van de Voorde (beheerd door de Koning Boudewijnstichting).
Contactpersoon binnen dit project: Viktor-Jan De Deken
PIANISSIMO
Pianissimo is een drie-armige multicentrische gerandomiseerde gecontroleerde studie om te evalueren of een pijnmedicatie ontwenningsprogramma vóór ruggenmergstimulatie (Spinal Cord Stimulation, SCS) implantatie effectiever is in het verminderen van invaliditeit na 12 maanden bij patiënten met Persistent Spinaal Pijn Syndroom Type II die gepland zijn voor SCS implantatie in vergelijking met gebruikelijke zorg. In dit project worden twee verschillende ontwenningsprogramma's geëvalueerd.
Het Pianissimo project is een interdisciplinair onderzoeksproject dat expertise in neurochirurgie en pijngeneeskunde, epidemiologie en statistiek, gezondheidswetenschappen en psychiatrie combineert. Meer details over het project zijn te vinden op: https://stimulus.research.vub.be/en/pianissimo
Binnen dit project richten onderzoekers van I-CHER zich op de maatschappelijke en gezondheidseconomische aspecten. Zo worden bijvoorbeeld verschillen in zorguitgaven, indirecte kosten en kwaliteit van leven onderzocht.
Dit project wordt gefinancierd door FWO-TBM (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, Toegepast Biomedisch Onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit)
Contactpersoon van het project: Frenn Bultinck
Opera
De huidige postoperatieve interventies lijken niet effectief te zijn voor terugkeer naar werk na ruggenmergstimulatie (SCS) implantatie voor patiënten die lijden aan therapieresistent spinaal pijnsyndroom type II (PSPS-T2). Ondanks bewijs dat SCS RTW kan verbeteren, keert slechts 9,5 tot 14% van de patiënten bij wie SCS is geïmplanteerd succesvol terug naar het werk. Dit is waar de OPERA-studie zijn doel vindt: onderzoeken of een gepersonaliseerd biopsychosociaal revalidatieprogramma dat specifiek gericht is op RTW het werkvermogen in PSPS-T2-patiënten na SCS-implantatie verandert in vergelijking met gebruikelijke zorg.
OPERA is een multicentrisch gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek waarin kennis en expertise op het gebied van neurochirurgie, pijngeneeskunde, revalidatie, gezondheidszorgonderzoek en terugkeer naar werk worden gecombineerd. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op: https://stimulus.research.vub.be/en/opera
Binnen dit project onderzoeken onderzoekers van I-CHER de kosteneffectiviteit van de gepersonaliseerde biopsychosociale revalidatie-interventie, naast het onderzoeken van maatschappelijke en gezondheidseconomische effecten.
Dit project wordt gefinancierd door FWO-TBM (Research Foundation Flanders -Applied Biomedical Research with a Primary Social finality).
Contactpersonen van het project: Jonas Callens
AHA Boost
Deficiënties in arm- en handbewegingen na een beroerte komen veel voor en resulteren in beperkingen van de onafhankelijkheid in activiteiten van het dagelijks leven en een verminderde levenskwaliteit. Er is nog steeds behoefte aan een breed implementeerbare therapie in de subacute revalidatiefase die gericht is op het verbeteren van arm- en handherstel op lange termijn na een beroerte en die beduidende voordelen levert voor patiënt en maatschappij. In dit project wordt onderzocht of een extra arm-hand interventie (AHA boost) in vergelijking met een dosisvergelijkbare behandeling, de arm-hand activiteit en de kwaliteit van leven op de lange termijn kan verbeteren bij patiënten die gehospitaliseerd worden voor een klinische revalidatie na een beroerte. Bijkomend wordt de kosteneffectiviteit van deze interventie onderzocht. Een gerandomiseerde gecontroleerde studie wordt uitgevoerd in twee onafhankelijke Vlaamse revalidatiecentra. De resultaten van de behandelingen worden geëvalueerd net voor en na de interventie, drie maanden na de interventie en 12 maanden na de beroerte om de klinische effecten op korte, middellange-termijn en lange-termijn alsook de kosteneffectiviteit in het eerste jaar na de beroerte te evalueren.
In dit project dragen de I-CHER onderzoekers bij aan de implementatie van de klinische trial en zullen ze zich verder richten op de gezondheidseconomische evaluatie en procesevaluatie met betrekking tot de implementatie van deze nieuwe aanpak in de dagelijkse praktijk.
Dit project wordt gefinancierd door FWO-TBM (Research Foundation Flanders -Applied Biomedical Research with a Primary Social finality) en uitgevoerd door de Katholieke Universiteit Leuven, het Jessa Ziekenhuis en de Vrije Universiteit Brussel.
Contactpersoon binnen dit project: Lisa Cruycke
REKOVER
Het REKOVER-project richtte zich op de registratie en de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen. Het project werd uitgevoerd bij I-CHER in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (VIAS). Het doel van I-CHER in het project was het onderzoeken van de maatschappelijke kosten van letsels ten gevolge van een verkeersongeval en te focussen het gezondheidszorggebruik na een verkeersongeval.
OptiBIRTH
Evaluatie van de gezondheidseconomie van het Europese "OptiBIRTH"-project was een innovatief programma om vaginale bevalling na keizersnede te verhogen door gebruik te maken van evidence-based prenatale strategieën, met inbegrip van een evaluatie van de gezondheidseconomie, internationale vergelijkingen van gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, gebruik van gezondheidszorg en perinatale zorg in het algemeen. (7e kaderprogramma www.optibirth.eu) (partners: Trinity College Dublin, Universiteit van Göteborg, Zuyd Hogeschool, Universiteit van Oost-Finland, Universiteit van Ulster, Queen's University Belfast, Medizinische Hochschule Hannover, Nationale Universiteit van Ierland Galway, Università degli Studi di Genova, Wetenschappelijk Fonds Willy Gepts UZ Brussel - VUB).
B2aSic
Het B2aSic-project was een gerandomiseerde gecontroleerde trial waarin perioperatieve rugschool en brain school (pijn neurowetenschappelijke educatie) werden onderzocht bij patiënten die een operatie ondergingen voor lumbale radiculopathie. De belangrijkste uitkomstmaten waren pijn en endogene pijninhibitie. Secundaire uitkomstmaten waren zorggebruik en gerelateerde kosten, terugkeer naar het werk, chirurgische ervaringen en pijncognities. I-CHER was betrokken om een overzicht te geven van het zorggebruik en de kosten van patiënten die een operatie ondergingen. Daarnaast onderzocht de I-CHER onderzoeker de effecten van de behandeling op de uitgaven voor de gezondheidszorg en terugkeer naar het werk alsook de invloed van pijncognities op deze parameters. Dit project werd gefinancierd door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) - Toegepast Biomedisch Onderzoeksprogramma (TBM), België.
Kanker screening
Gezondheidseconomische evaluatie van screeningsprogramma's voor borst-, colorectale- en baarmoederhalskanker inclusief een systematische review en gezondheidseconomische modellering van screeningsprogramma's. (i.s.w.m. Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid, Partner: UGent).
OPTIMUS
Het doel van dit project was het genereren van nieuwe kennis die leidt tot de optimalisatie van zorg na een beroerte op de meest kosteneffectieve manier. OPTIMUS richtte zich op drie belangrijke pijlers van fundamenteel onderzoek: (1) het ontwikkelen van nieuwe diagnostische en therapeutische methoden voor pre- en intramurale acute beroertezorg, (2) het ontwikkelen van nieuwe benaderingen om de patiënt empowerment en medicatieveiligheid in secundaire preventie te verbeteren en (3) het ontwikkelen van nauwkeurige modellen om de uitkomst van beroertes te voorspellen. Bovendien (4) werd de toegevoegde waarde van de nieuwe diagnostische (1), therapeutische (1 en 2) en prognostische (3) benaderingen in OPTIMUS objectief gekwantificeerd aan de hand van gezondheidseconomische evaluatie en Comparative Effectiveness Research analyses van nieuwe zorgtrajecten na een beroerte.